PFZW werkt hard om de nieuwe pensioenregeling in te laten gaan op 1 januari 2026. Spannend blijft hoe de financiële situatie er dan uitziet. Een kijkje achter de schermen…
Zowel bij pensioenfonds PFZW als bij uitvoeringsorganisatie PGGM is het nu alle hens aan dek. Eind mei willen zij de grondige voorbereiding van de nieuwe regeling kunnen afronden. Vervolgens buigen toezichthouders DNB en AFM zich over deze voorstellen voor de transitie.
Als BPP vinden wij het belangrijk om op 1 januari 2026 over te kunnen gaan op het nieuwe systeem. Toch heeft zorgvuldigheid van de besluitvorming een nog grotere prioriteit. Daarom vergadert het verantwoordingsorgaan van PFZW, waar de BPP zitting in heeft, nog vaker. Dit verantwoordingsorgaan stond voorheen bekend als de Pensioenraad. De BPP heeft zich ingezet voor de nieuwe benaming, die meteen duidelijk maakt waar het om gaat.
Natuurlijk wilt u weten of u er straks op vooruit gaat in de nieuwe regeling. Helaas kan de BPP die vraag nog niet beantwoorden. De hoogte van de uitkeringen hangt af van de dekkingsgraad op de datum van de overgang naar de nieuwe regeling. En die dekkingsgraad blijft onzeker en afhankelijk van de ontwikkelingen op de beurs. Zolang daar geen ramp gebeurt, kunt u ervan uitgaan dat u erop vooruitgaat. Gelukkig speelt de dekkingsgraad in de nieuwe regeling straks geen rol meer.
In de tweede helft van dit jaar zullen we wel in staat zijn om de voorspellingen voor de verwachte uitkomst steeds concreter te maken. Eerst op basis van voorbeeldberekeningen van het pensioenfonds en daarna door een indicatie per deelnemer. De definitieve uitkomst verwachten we enige maanden na 1 januari 2026, als PFZW de balans over 2025 kan opmaken.
BPP-secretaris Cees Michielse