05-07-2023

Welkom nieuw lid: Luuk van Loo

Nieuwe leden versterken onze vereniging. Luuk van Loo werkte als geestelijk verzorger in het ziekenhuis: ‘Elke ontmoeting met een patiënt ervaarde ik als een prachtig spel.’

Luuk van Loo (78) uit het Noord-Hollandse Hoogkarspel komt als eerste predikant aan het woord in deze rubriek. Als geestelijk verzorger stond hij vaak 24 uur per dag klaar om patiënten bijstand te verlenen in het ziekenhuis van Hoorn. Omdat ze daar zelf om vroegen, omdat de verpleging hem tipte of omdat hijzelf op iemand afstapte. Voor deze rubriek kijkt hij graag terug op deze ‘prachtige tijd’. En vertelt hij ons wat het werk van geestelijk verzorger onder meer inhoudt.

Familiefeestje

Als eerste natuurlijk de hamvraag: hoe kwam hij bij de BPP terecht? Sinds 2015 is de Bond van Nederlandse Predikanten via een collectief lidmaatschap aangesloten bij onze BPP. Luuk licht toe: ‘Op een familiefeestje vertelde Baukje Vegter over haar werk als bestuurslid voor de BPP. En dat ik daar als predikant ook lid van kon worden. Ik heb weinig verstand van pensioenen, het ziekenhuis zorgde daar goed voor en ik ben gelukkig getrouwd met een vrouw die daar wel verstand van heeft. Baukje had gelijk: als pensioenontvanger heb je ook iets te zeggen over het beleid van je pensioenfonds.'

Het ziekenhuis als dorp

‘Een baan in het ziekenhuis trok mij aanvankelijk helemaal niet. Na mijn studie theologie ben ik aan de slag gegaan als dorpspredikant. Ik kreeg toen het advies om een ziekenhuistraining te volgen. “Die ervaring komt altijd van pas in een kerkelijke gemeente", was de redenering. Tot mijn verrassing had ik het erg naar mijn zin in het ziekenhuis.’

Hij maakte inderdaad de overstap en werkte ruim twintig jaar in het ziekenhuis in Hoorn. Samen met een katholiek pastor en humanistisch raadsvrouw vormde hij het team van geestelijk verzorgers. ‘De deur van onze kamer stond altijd open. Regelmatig liep er iemand binnen: personeel van het ziekenhuis, een collega uit de omgeving, een vaste patiënt. Op den duur kende ik er veel mensen, minstens van gezicht, en ging ik het ziekenhuis ervaren als een dorp waar je je thuis voelt.'

Prachtig spel

Wat kan een geestelijk verzorger in de praktijk voor patiënten betekenen? ‘Wat misschien vooral belangrijk was: wij hadden tijd. Het ziekenhuisbestuur vroeg nooit hoeveel bezoeken wij aflegden of hoe lang die duurden. Zodoende hadden wij echt ruimte voor een gesprek. Ook konden wij er op moeilijke momenten zijn voor de familie. Wij stonden bijvoorbeeld vaak klaar bij een reanimatie.’

‘Elke ontmoeting met een patiënt is nieuw. Als geestelijk verzorger zoek je de balans tussen afstand en nabijheid. Ik stelde me altijd staande voor; je kunt niet binnenstormen en gelijk gaan zitten. Eerst voorzichtig aan boord komen, noem ik dat. Je treedt immers binnen in het kleine privédomein van een ander. Waar ga je zitten? Hoe ga je zitten? Hoe begin je een gesprek? Een prachtig spel vond ik dat vaak.’

Ziekenzalving

‘Als dienst waren we 24/7 bereikbaar en op elk moment kon een van ons naar het ziekenhuis komen. Als iemand dreigde te sterven, werd veel om de ziekenzalving gevraagd. Als ik dienst had kon ik in het begin altijd, ook midden in de nacht, mijn rooms-katholieke priester-collega bellen. Op den duur vond hij dat ook ik die zalving best kon geven. Ik heb het min of meer van hem afgekeken en hij heeft mij ingewijd: de gebeden, de Bijbellezingen, de zalving, de gebaren, de houding. Voor de duidelijkheid stelde ik mij bij binnenkomst wel voor als dominee. Bijna nooit is dat een probleem geweest voor de patiënt en de familie.’

‘Als ik er zo over vertel, lijkt zo'n ritueel weinig voor te stellen. Maar die kleine plechtigheid is van grote waarde. De familieleden staan om de zieke, ieder krijgt gelegenheid om ook iets te doen: iets te zeggen of alleen maar de zieke aan te kijken en aan te raken. Ik als betrokken buitenstaander doe het mijne en zorg voor rust. Zo’n afscheid dragen ze altijd mee.'

Dirk De Wachter

‘Door dit werk heb ik geleerd dat een mens tegelijk enorm sterk én heel kwetsbaar is. Mensen in de zorg helpen graag in die kwetsbaarheid. Zoals psychiater Dirk De Wachter in zijn boek Vertroostingen zegt, kan een heel klein gebaar iemand al troosten. Een bloemetje op tafel, een verpleegkundige die vraagt: hoe gaat het met u? Toen ik begon als predikant wilde ik twee dingen: nauwkeurig omgaan met mensen én met de Bijbel. Maar bovenal gaat het hier om: aardigheid hebben in mensen.’

Leestip

  • In zijn persoonlijke boek Vertroostingen onderzoekt Dirk De Wachter hoe we in de moeilijkste momenten troost kunnen vinden. Die zit in kunst, in natuur, in schoonheid, in gedachten en rituelen, maar vooral: in de ander.
  • In het nummer van ledenblad Ons Pensioen dat zojuist is verschenen, vindt u een artikel waarin stervensbegeleiders hun ervaringen delen over zingeving tijdens de laatste levensfase.
Terug naar nieuwsoverzicht

Laura Vegter